Elk jaar neemt het statistiekbureau de gemiddelde woonoppervlakte in gemeenten onder de loep. De afgelopen jaren is daar een opvallende ontwikkeling in waar te nemen: het aandeel kleine huizen groeit.
Sinds 2012 is het aantal huizen tussen de 15 en 50 vierkante meter met ruim een kwart gestegen. Een flinke stijging; het totaal aantal huizen in deze periode steeg namelijk met slechts 5 procent.
Wie benieuwd is waar die kleinere woningen dan vooral zijn neergezet, LocalFocus maakte er een overzicht van. Een van de uitkomsten: in Scherpenzeel (Gelderland) en Renswoude (Utrecht) zijn relatief de meeste kleine huizen te vinden. Respectievelijk 34 en 24 procent van de totale woningvoorraad daar is daar slechts tussen de 15 en maximaal 50 vierkante meter groot.
Maar ook in Amsterdam, Wageningen, Delft, Diemen, Groningen en Leiden blijkt de categorie 'kleiner wonen' met meer dan tien procent oververtegenwoordigd.
Niet geheel verrassend: vooral in veel Randstadgemeenten en de grotere provinciesteden vind je de huizen die kleiner zijn dan het landelijk gemiddelde. Landelijk komt het gemiddelde uit op 119 vierkante meter.
Hoewel het aandeel kleine huizen rap stijgt, komen huizen tussen de 100 en 150 vierkante meter nog altijd het vaakst voor. 37 procent van alle woningen behoort tot die groep. Omgerekend zijn dat bijna drie van de ruim zeven miljoen huizen in ons land.
Groot, groter, grootst
Er blijven ook genoeg gemeenten over waar het gemiddelde oppervlakte ver die 150 vierkante meter uitkomt. Uitschieters zijn de Gelderse gemeenten Oldebroek en Renkum. Meer dan een derde van de huizen heeft een oppervlakte van minstens 250 en maximaal 500 vierkante meter.
In Renkum is een huis ruim 3,5 keer zo groot als een woning in Amsterdam. De allergrootste woningen staan vooral in dunbevolkte plattelandsgemeenten in het noorden en het oosten van het land. Zo is 6 procent van de huizen in de Noordoostpolder groter dan 500 vierkante meter. Ook in veel gemeenten in Groningen en Friesland is dit meer dan twee procent.
Woonwensen
Vorig jaar constateerde adviesbureau Stec Groep in een onderzoek naar woonwensen van Nederlanders dat kleiner wonen niet meer weg te denken is. De belangrijkste verklaring van de onderzoekers: consumenten willen zelf graag kleiner worden.
Doordat het aantal eenpersoonshuishoudens groeit - inmiddels is al een op de drie huishoudens eenpersoons - is er minder behoefte en noodzaak om nog in een kast van een huis te wonen, reageerde de onderzoekster.
